Het multidisciplinair verslag is een onderdeel van de PVB-aanvraagprocedure. Aan de hand van het zorgzwaarte-instrument (ZZI) maakt een multidisciplinair team een inschatting van je zorgzwaarte. Ze vergelijken je nood aan ondersteuning en permanentie met anderen. In het verslag staat ook hoe dringend je vraag naar ondersteuning is.
Zorgzwaarte staat voor de hoeveelheid zorg en ondersteuning die je nodig hebt in je leven in vergelijking met anderen. Je zorgzwaarte kan je niet zelf bepalen. Je doet daarvoor een beroep op een multidisciplinair team (MDT).
Een medewerker van het MDT gaat met je in gesprek over je zorgzwaarte aan de hand van het zorgzwaarte-instrument (ZZI). Het ZZI meet zo nauwkeurig en objectief mogelijk hoeveel ondersteuning je nodig hebt in je dagelijks leven in vergelijking met anderen.
De vragen gaan over wat je kan en nodig hebt op alle gebieden van je dagelijks leven, zoals persoonlijke hygiëne, vrije tijd, verplaatsingen, vriendschappen en relaties, administratie…
Het gesprek vindt plaats bij je thuis, op kantoor bij het MDT of bij een vergunde zorgaanbieder als je daar een beroep op doet. Naast jijzelf en de MDT-medewerker moeten er één of twee vertrouwenspersonen aanwezig zijn. Je kiest zelf wie je er graag bij hebt: een begeleider, een familielid of een andere vertrouwenspersoon.
Het gesprek duurt ongeveer 2,5 uur. Kan of wil je niet tijdens het volledige gesprek aanwezig zijn? Je kan ervoor kiezen om slechts een deel van het gesprek bij te wonen. Ook kan je aan de MDT-medewerker vragen om een pauze in te lassen.
Tijdens het gesprek vraagt de MDT-medewerker jou en je vertrouwenspersonen in welke mate je hulp nodig hebt bij verschillende activiteiten van het dagelijks leven. Enkele voorbeeldvragen:
De MDT-medewerker noteert tijdens het gesprek de antwoorden die jij en je vertrouwenspersonen geven op de verschillende vragen. Daarna kent de medewerker scores toe aan jullie antwoorden. Op basis van die scores bepaalt de medewerker een B-waarde en een P-waarde:
Er zijn 9 niveaus van begeleidingsintensiteit (B0 – B8) en 8 niveaus van permanentienood (P0 – P7). Hoe hoger je B- en P-waarde, hoe hoger je nood aan begeleiding en permanentie. Klik hier voor de definities van de niveaus.
Hoe concreter je antwoorden en hoe meer voorbeelden je geeft, hoe beter de MDT-medewerker je nood aan ondersteuning kan inschatten. Wil je zeker zijn dat de MDT-medewerker je antwoorden goed heeft begrepen? Vraag dan om de scores in te kijken voordat het MDT het zorgzwaarte-instrument aan het VAPH bezorgt. Zo kan je eventueel zaken rechtzetten of verduidelijken.
Je zorgzwaarte bepaalt hoeveel budget je krijgt van het VAPH.
Op basis van je zorgzwaarte en de ondersteuning die je hebt gevraagd in je ondersteuningsplan, bepaalt het VAPH eerst je gevraagde budgetcategorie. Die weerspiegelt hoeveel budget je met je zorgzwaarte nodig hebt om je gewenste ondersteuning te betalen. Met een hogere B- en P-waarde heb je voor dezelfde ondersteuning méér budget nodig dan met een lagere B- en P-waarde.
Daarna bepaalt het VAPH je geobjectiveerde budgetcategorie. Die budgetcategorie houdt enkel rekening met je zorgzwaarte en niet met je gewenste ondersteuning. Elk zorgzwaarteprofiel heeft een maximumbudget.
Kortom, je zorgzwaarte bepaalt hoeveel budget je maximum kan krijgen.
In het multidisciplinair verslag staat niet alleen hoeveel ondersteuning je nodig hebt. Het MDT maakt ook een inschatting van hoe dringend je vraag naar ondersteuning is. De Vlaamse toeleidingscommissie (VTC) bepaalt aan de hand van drie criteria je prioriteitengroep:
Hoe groter de impact op je netwerk en je functioneren en hoe groter de kloof tussen de ondersteuning die je nodig hebt en de ondersteuning die je al krijgt, hoe dringender je vraag.
Sinds 18 september 2023 is er bij het beoordelen van die criteria extra aandacht voor twee specifieke situaties. Je vraag wordt in die situaties als dringender beschouwd.