Sien Lagae en Eddy Schelfout voeren volop campagne voor de komende verkiezingen van 9 juni. Ze hebben allebei een handicap, waardoor politieke participatie niet altijd eenvoudig is. Maar ze vinden het de moeite waard om te strijden voor een betere toekomst, eentje waar mensen met een handicap niet vergeten worden.
Sien en Eddy zijn niet nieuw in de politieke arena. Sien deed ook al mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 en de Vlaamse verkiezingen van 2019. Ze werkte vroeger als psychologe in de zorg. Dat inspireerde haar om politiek actief te worden. Ze werd boos van de lange wachtlijsten en de impact van politieke beslissingen op de levenskwaliteit van mensen. Het motiveerde haar om dingen te veranderen.
“Toen ik zelf op een wachtlijst terechtkwam en in datzelfde jaar gevraagd werd voor een politieke partij die iets wil doen aan de wachtlijsten, heb ik geen moment getwijfeld. Zorg is vooral een thema op Vlaams niveau. Daarom stelde ik mezelf kandidaat voor de Vlaamse verkiezingen, want er moeten meer ervaringsdeskundigen gehoord worden,” aldus Sien.
Ook Eddy is al even politiek actief. Hij is lid van de gemeenteraad en de partijraad van zijn partij. Hij staat klaar om deel te nemen aan de volgende Europese verkiezingen. Zijn motivatie om een politieke rol op te nemen begon al op zijn achttiende, geïnspireerd door het internationale motto "nothing about us without us". Hij vond dat er te veel over mensen met een handicap werd gepraat in plaats van met hen, en dat hij daar het verschil kon maken. "Ah ja, want wat je zelf doet, doe je meestal beter," lacht Eddy.
Het is niet makkelijk om met een handicap politiek actief te worden. Sien werd arbeidsongeschikt op haar 25ste. Ze moet voor elke activiteit, zoals vrijwilligerswerk of een politieke activiteit, toestemming vragen aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. “Aan politiek doen zou niet afhankelijk mogen zijn van de toestemming van een ander. Wat als die persoon een andere politieke voorkeur heeft en mij geen toestemming geeft?” vraagt Sien zich af.
Toen Sien in 2018 verkozen werd tot gemeenteraadslid, kreeg ze eerst toestemming van haar ziekenfonds om dit mandaat uit te oefenen. Sien dacht dat dit voor de hele legislatuur zou gelden, maar anderhalf jaar later kreeg ze een telefoontje dat ze jaarlijks opnieuw toestemming moest vragen. Omdat ze dit niet wist, werd haar uitkering voor een maand ingetrokken. “Dat vond ik bijzonder onrechtvaardig.”
Maar dat was niet de enige tegenvaller voor Sien: “Het lokaal bestuur zei ook dat mijn mandaat geen invloed zou hebben op mijn uitkering, maar in de praktijk kwam ik in een andere belastingschijf terecht, waardoor ik jaarlijks netto zo’n 600 euro minder overhoud. Dat is veel als je van een invaliditeitsuitkering leeft,” zegt Sien.
Eddy deelt deze zorgen. “Voor ik politiek actief werd, had ik een grote angst,” zegt Eddy. "Ik was bang dat ik mijn statuut als persoon met een handicap zou verliezen als ik een politieke vergoeding kreeg. Ik zat met enorm veel vragen. Zou ik mijn uitkering kunnen verliezen door die kleine politieke vergoeding? En wat als ik stop met politiek? Moet ik dan weer door een eindeloze administratieve molen om mijn status als persoon met handicap terug te krijgen? Dat terwijl ik mijn handicap natuurlijk nooit kwijt ga zijn… Niemand kon eigenlijk een antwoord geven op die vragen.”
Voor Eddy is het duidelijk. Er zou een beter vangnet moeten zijn voor mensen met een handicap die actief willen zijn in de politiek of in andere sectoren. Hij vindt dat mensen met een handicap altijd de zekerheid moeten hebben dat ze hun statuut en uitkering weer terugkrijgen zodra ze stoppen met hun activiteiten.
“Natuurlijk moet je geen volledige uitkering krijgen als je daarnaast een vergoeding krijgt voor andere activiteiten, maar je wil natuurlijk wel zekerheid dat je aan het einde van de rit niet minder overhoudt én dat je je statuut niet verliest. Het gebrek aan een vangnet en het gebrek aan duidelijkheid blijven me enorm frustreren,” aldus Eddy.
Toen Sien net verkozen was, vertelde de algemeen directeur van het lokaal bestuur dat ze als raadslid met een handicap recht heeft op een assistent, iemand die je kan vervoeren en met zaken kan helpen tijdens vergaderingen. Niemand had haar dit tijdens haar campagne gezegd, terwijl zoiets een grote hulp kan zijn en een oplossing kan bieden bij praktische problemen.
“Die persoon mag natuurlijk geen vragen stellen of zich mengen in de gesprekken, maar kan wel praktische ondersteuning bieden. Dat is een grote hulp. Er zou meer bekendheid moeten zijn over dergelijke rechten en mogelijkheden.”
Sien vindt dit echter onvoldoende. Zijzelf pleit ook voor deeltijdse politieke mandaten. Dit zou een oplossing kunnen zijn voor mensen met chronische ziektes of een handicap. “Een voltijds engagement is voor veel mensen met een handicap of ziekte niet te combineren met doktersafspraken, kinesitherapie, hogere behoefte aan rust en mobiliteitsproblemen.”
Eddy zegt dat hij dat toch anders ziet. Hij begrijpt dat deeltijdse mandaten voor sommige mensen een oplossing kunnen bieden, maar hij zou daar zelf nooit voor kiezen. Hij wil ook niet dat mensen met een handicap in die richting geduwd worden. “Voor mij is het politiek engagement echt een all-in. Mijn kinesitherapie wordt aangepast aan mijn politieke werk, net zoals ik dat vroeger al deed met school. Ik wil een gewone kans krijgen, geen aangepaste kans. We worden al zo laag op de ladder in de maatschappij gezet, daarom probeer ik toch zo normaal mogelijk mee te draaien. Anders blijven we als ‘anders’ of ’raar’ beschouwd.”
Campagne voeren met een chronische ziekte en handicap is een uitdaging, maar Sien heeft manieren gevonden om effectief te zijn. Ze maakt gebruik van sociale media, verstuurt brieven en mails, en spreekt specifiek mensen aan die zorg nodig hebben of in de zorg werken.
Toch kreeg Sien tijdens haar campagne al te maken met uiteenlopende vooroordelen. “Sommigen onderschatten mijn capaciteiten. Anderen suggereren dat mijn partij mij alleen op de lijst heeft gezet om medelijdenstemmen te krijgen. Ik heb deze vooroordelen weerlegd door mijn mandaat in de gemeenteraad serieus aan te pakken en mijn dossiers goed te kennen.”
En ook Eddy heeft het gevoel dat hij zich extra hard moet bewijzen. “Ik heb vaak het gevoel dat mensen van ons geen stevige dossierkennis verwachten. In een politiek verleden zei een politiek persoon ooit tegen mij ‘jij mag mooi zijn en zwijgen’. Daarop heb ik geantwoord: ‘Dat is een probleem, want mooi ben ik niet en zwijgen zal al helemaal niet lukken.’ Gelukkig ervaar ik dit wel niet binnen mijn partij.”
Eddy vindt dat de maatschappij soms naar mensen met een handicap kijkt alsof ze een object zijn en geen persoon. Hij voegt daaraan toe: “Het gebeurt soms als mensen mij zien toekomen op een bijeenkomst dat ik de groep in twee zie splitsen. De helft kijkt met grote ogen van ‘wauw’ en de andere helft van ‘oei’. Ik wil niet dat mensen vol adoratie of medelijden naar mij kijken, maar mij gewoon als Eddy zien. Als mensen je leren kennen, verandert dit beeld meestal snel, maar initieel zijn er wel veel vooroordelen.”
Sien en Eddy moedigen ondanks de hindernissen andere mensen met een handicap aan om politiek actief te worden.
Sien is ervan overtuigd dat er pas dingen gaan veranderen als mensen met een handicap meer vertegenwoordigd worden. “Toegankelijkheid is veel meer een reflex geworden bij beleidsbeslissingen in mijn gemeente en daar ben ik trots op. Maar er is nog veel ruimte voor verbetering.”
Ook Eddy is die mening toegedaan en vult aan. “Maar mensen met een handicap moeten de stap durven zetten en soms op dezelfde nagel blijven kloppen. Door de media en beeldvorming worden wij niet als een krachtige groep gepercipieerd. Soms houden we dat ook zelf in stand door te zeggen ‘dat gaat toch niets uithalen’. Dat vind ik jammer. Dat is hetzelfde als zeggen dat je niet meer op café gaat omdat er ontoegankelijke cafés zijn. Nee, je moet de cafébaas aansporen om zijn café toegankelijker te maken. Je moet durven druk uitoefenen en je eigen expertise als iemand met een handicap inzetten. Dat vraagt energie, maar zorgt wel voor verandering.”
Sien sluit af met een oproep voor politici: “Luister naar ervaringsdeskundigen en maak politiek toegankelijk voor iedereen. Alleen dan kunnen we een echt inclusieve samenleving creëren waarin iedereen gelijke kansen heeft.”
“Helemaal waar,” zegt Eddy. “En politici, weet dat 16% van de Vlamingen en 20% van de Belgen een handicap of chronische ziekte hebben. De cijfers durven per onderzoek wel eens wisselen, maar liggen bijna altijd daarrond. Dus weet: dat zijn véél kiezers, hé.”