De verkiezingen komen eraan en de verkiezingskoorts stijgt bij politici en kiezers. Voor veel mensen met een handicap is het vijf voor twaalf. Zij vragen actie van politici. We spraken met Viviane, een zelfstandige zestiger die al jaren op de barricaden staat, en Dieuwke, een achttienjarige die het politieke landschap verkent om een krachtige en toekomstgerichte keuze te maken.
We leven in een democratie. Er is ooit gevochten om te mogen stemmen. Het is vandaag dan ook een recht dat we zelf onze mening mogen uiten en politici mogen aanduiden die onze belangen de komende jaren behartigen. Maar is dat stemrecht voor iedereen zo evident? Zijn onze verkiezingen, en bij uitbreiding onze politiek, voor mensen met een handicap werkelijk toegankelijk?
Dieuwke: Ik ben juist 18 jaar, voor mij is het allemaal nieuw. Ik vind het belangrijk om mijn stem uit te brengen. Want het gaat toch over onze toekomst. Op school krijgen we momenteel les over de verkiezingen. Onze leerkrachten begeleiden ons bij het vormen van onze mening. We gaan binnenkort een politiek debat bijwonen. En ook thuis, bij ons aan de keukentafel, hebben mijn ouders en ik het over politiek. Ze vertelden net nog dat alle gemeenten moeite gaan doen om zoveel mogelijk stembureaus fysiek toegankelijk te maken voor mensen met een handicap.
Viviane: Dat is een goede zaak. Ik weet dat er een campagne is geweest om in zoveel mogelijk gemeenten het elektronisch stemmen mogelijk te maken. Hiermee wilde men ook de ruimten waar de verkiezingen doorgaan toegankelijk en bereikbaar maken. Gelukkig, want met een potlood stemmen is voor mij veel moeilijker. Elektronisch stemmen is gemakkelijker.
Ik vind stemmen echt een recht én een plicht. Politiek heeft me al van jongs af aan geïnteresseerd. In het verleden heb ik, telkens op vraag, ook meegedaan aan de verkiezingen. Ik behaalde best een behoorlijk aantal stemmen, maar je moet niet denken dat ze je dan op een plateau zetten. Het is een hard milieu. Iemand met een handicap kan in de politiek nog altijd niet hoog opklimmen. Ook hier kan je dus spreken van een glazen plafond.
Toegankelijkheid draait ook om een toegankelijke openbare ruimte. En toegankelijk openbaar vervoer, zodat iedereen zich vlot en zelfstandig van punt a naar punt b kan verplaatsen.
Dieuwke: Voor het vak geschiedenis zoek ik momenteel uit wat de verschillende politieke partijen opnemen over toegankelijkheid. Ik stel vast dat het op de website staat van alle Vlaamse partijen. Bij de ene partij is het wel iets beter uitgewerkt dan bij de andere. Maar ik vind dat het nog uitgebreider aan bod zou mogen komen. Want toegankelijkheid is niet alleen voor ons handig, maar ook voor de gewone medemens. Denk maar aan mensen met een buggy of als iemand opeens zijn been breekt en tijdelijk in een rolstoel zit. We moeten mensen meer inzicht geven in hoe het is om te leven met een handicap. Ik heb voorgesteld aan mijn schooldirecteur om een rolstoel mee te brengen. Zo kan hij een dag of een week meedraaien met mijn beperking. Ik wou dat hij zelf kon ondervinden wat de pijnpunten zijn, zodat hij ze daarna beter kan aanpakken. En het heeft gewerkt, want op school hebben ze extra rampen geplaatst, zodat ik overal vlot toegang tot heb.
Sinds 2006 bestaat het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap. Helaas is dit verdrag, bijna 20 jaar later, op vele vlakken nog steeds een dode letter. Kennen de huidige politici dit verdrag voldoende?
Viviane: Absoluut niet. Op Vlaams niveau weten politici dat het bestaat, maar ze doen er niets mee. En dat is heel frustrerend. Want het is een helder verdrag, met duidelijke artikels en commentaren. Ik heb het gevoel dat politici het zien als een vodje papier dat ze naast zich neerleggen. Nochtans heeft België het VN-verdrag ondertekend en in 2009 ook geratificeerd. Dat wil zeggen dat ons land zich verbonden heeft om de artikels uit het verdrag uit te voeren. Ze hebben zo bovendien aanvaard dat verschillende instanties, zowel op nationaal als internationaal niveau, hierop controle uitvoeren. Om de vier jaar moet België in een rapport bewijzen wat ze precies hebben gerealiseerd. Ons land is al verschillende malen op de vingers getikt. Want bijvoorbeeld op vlak van onderwijs doet België het erg slecht. Dat is een echte ramp. En denk ook maar eens aan de lange wachttijden. Eigenlijk weten onze politici best dat het VN-verdrag bestaat, maar waar is hun wil om een duidelijke strategie te ontwikkelen en het naar de praktijk te vertalen?
Dieuwke: Politici weten niet wat een leven met een handicap inhoudt. Je weet het pas als je er middenin staat. Of als je iemand kent in je omgeving. Veel mensen vergeten ons, dat merk ik aan hun reacties. Daarom zou het goed zijn dat er mensen aan de macht komen die zelf een handicap hebben. Of mensen kennen in hun nabije omgeving. Dan pas zullen zij hun best doen om iets voor ons te doen. Ik denk terug aan mijn schooldirecteur, die het even heeft mogen ervaren.
Viviane: Er is een oud spreekwoord dat zegt: “uit het zicht, uit het hart”. Mensen met een handicap komen terecht in apart onderwijs, aparte tewerkstelling, aparte huisvesting. En dat is geen goede zaak. Een grotere zichtbaarheid in de samenleving van mensen met een handicap zou al een stap vooruit zijn.
Viviane, jij gaf het net al aan: ons onderwijs heeft op vlak van inclusie nog een lange weg te gaan. Jij hebt, veertig jaar geleden, hard gevochten om te kunnen studeren aan de Universiteit van Gent. Ondanks veel tegenstand, studeerde je toch af als orthopedagoge.
Viviane: Ik heb inderdaad veel weerstand en problemen gehad, dat begon al met de toegankelijkheid van het universiteitsgebouw. Gelukkig had ik heel behulpzame medestudenten die me de trap ophielpen. Van de profs kreeg ik veel tegenwind, zelfs van de professoren waar ik dat het minste van had verwacht. Ze wilden me buizen om me de frustratie te bewaren dat ik nooit een job zou vinden. Toch studeerde ik af als orthopedagoge in Gent.
Ik had gehoopt dat studeren, anno 2024, veel gemakkelijker zou zijn. Het doet me pijn om vast te stellen dat ouders die voor inclusief onderwijs kiezen voor hun kinderen nog steeds veel moeite moeten doen. Ook in het onderwijsbeleid missen we een coherente inclusieve visie. Ik heb soms het gevoel dat we ter plaatse blijven trappelen.
Dieuwke: Ik zit al mijn hele leven in het gewone onderwijs en ik heb het gevoel dat scholen steeds meer open staan voor leerlingen met een handicap. Vorig jaar heb ik vlak voor de kerstvakantie besloten om van school te veranderen. Niet evident, maar op twee weken tijd heeft mijn nieuwe school dat wel mogelijk gemaakt. De directeur heeft ervoor gezorgd dat ik kon kennismaken met mijn klasgenoten en dat zij op de hoogte waren van mijn beperking. Dat vind ik straf. Zeker als ik dat vergelijk met vele jaren eerder toen ik op de lagere school zat. Ik ging naar het tweede leerjaar, mijn school wilde geen klas inrichten op de gelijkvloers. Als zevenjarig meisje heb ik toen besloten om al mijn vriendinnen achter me te laten en naar een andere school te gaan. Dus ja, ik vind dat er vandaag toch wel meer openheid is voor mensen met een beperking.
Viviane: Dat vind ik fantastisch om te horen. Het betekent dat je een goede school hebt gevonden. Toch is de realiteit dat er nog steeds veel scholen zijn zonder aanpassingen. Jij en ik hebben het geluk dat we op goede scholen zijn gebotst. Maar voor veel leerlingen en studenten loopt het nog steeds moeilijk.
Dieuwke: Ik vind dat het al veel verbeterd is. Maar als ik naar volgend schooljaar kijk, vind ik het best spannend. Voor de zomer studeer ik af en volgend jaar wil ik grafische vormgeving studeren aan de Arteveldehogeschool in Gent. Door de recente afschaffing van bussen van De Lijn gaat deze afdeling vroeger dan verwacht verhuizen naar het centrum van Gent. Dat betekent dat ik opnieuw moet bekijken hoe ik overal kan geraken. Ik sprak al met docenten, zij staan heel erg open voor mijn komst. Ze zagen dat ik gemotiveerd ben, dus willen ze alles op alles zetten dat ik mijn opleiding daar kan starten. Op mijn huidige middelbare school heeft de directeur me ooit gezegd: “Ook al moeten we onze knutseldoos bovenhalen, we zorgen er voor dat je hier vlot naar school kan komen.” Door creatief te zijn, merk ik dat het onderwijs toch beetje bij beetje inclusiever wordt.
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Dieuwke: Ik ben redelijk positief. We blijven vechten. En zolang mensen op straat komen, zie ik ook dingen evolueren. Als ik als klein meisje naar de samenleving keek en wanneer ik vandaag met mijn ogen als volwassene kijk, dan zie ik een verschil. Het is nog niet helemaal goed, maar het gaat de goede richting uit. We hebben toch al een verschil kunnen maken.
Ik ben nog wat op zoek naar mijn politieke stem, maar ik heb wel mijn mening. En die wil ik delen met anderen. Want wij moeten dingen aankaarten. Daar wil ik met mijn ambassadeurschap bij Onafhankelijk Leven ook naartoe. Ik wil politici vertellen: “Kijk, jongens, wij zijn pioniers, dat weten we, maar wij willen echt dingen veranderen. Wij willen dit voor onszelf. Maar we willen dit ook voor mensen die na ons komen.” Ik hoop dat ik daar een verschil kan maken.
Viviane: Politici lopen dikwijls de feiten achterna, vind ik. Daarom is het activisme meer en meer belangrijk. Ik klink soms hard, maar in mijn hart ben ik positief. Want anders zou ik al lang gestopt zijn. Maar ik word moe van altijd hetzelfde te moeten zeggen. Het is mijn vurige wens dat meer jongeren met een handicap de fakkel overnemen. We hebben nood aan jonge mensen die opstaan om de visie van Onafhankelijk Leven uit te dragen.
Wat zouden jullie doen als jullie minister zijn?
Viviane: Ik zou het VN-verdrag voor personen met een handicap aanpakken. Ik zou dat heel concreet maken, op alle vlakken van de samenleving. Ik zou de muren en grenzen slopen tussen de wereld van mensen met een handicap en de mensen zonder.
Dieuwke: Ik zou de mensen meer inzicht willen geven in hoe het leven met een handicap echt is. Probeer het eens, leef eens een dag met mijn rolstoel en met mijn beperking. Zo krijgen mensen inzicht en zijn ze sneller bereid om pijnpunten samen aan te pakken. Want ik geloof niet dat politici het vandaag alleen moeten doen. Wij, mensen met een handicap, willen helpen bij het realiseren van oplossingen.
Aan de huidige politici zou ik ook heel graag zeggen: zet jullie oogkleppen af, stap af van die tunnelvisie. Het gaat niet alleen over mensen met een handicap. Stop met iedereen in hokjes te plaatsen. Want de hele samenleving heeft baat bij bepaalde oplossingen of veranderingen. In deze wereld is het niet meer alleen zwart of wit. Maar er is ook grijs en durf dat te zien!