Wat mag je nu wel en niet doen met het vrij besteedbaar deel? Aan de advieslijn krijgen we die vraag regelmatig. We zetten daarom alles voor je op een rijtje.
Wat?
Tot enkele jaren geleden bestond het vrij besteedbaar deel niet. Toen was er een systeem van directe kosten en indirecte kosten.
Onder directe kosten vielen alle kosten die lonen of vergoedingen waren van assistenten, zoals facturen voor het sociaal secretariaat, interimkantoor, deeleconomie of vrijwilligerswerk.
Onder indirecte kosten vielen alle kosten die te maken hadden met de ondersteuning, maar die geen loon of vergoeding van de prestaties waren. Enkele voorbeelden:
- een parkeerticket van een assistent tijdens de dienst
- een toegangsticket van een assistent tijdens de dienst
- een maaltijd van de assistent die met je meegaat op restaurant
- de verblijfskost van de assistent die met je mee is op vakantie
- de bankosten van je budgetrekening
Die indirecte kosten waren begrensd tot een klein deel van je jaarbudget. Elke kost moest je bewijzen met ticketjes. Maar de controle van de bewijsstukken zorgde zowel bij het VAPH als bij budgethouders voor veel extra administratie. Daarom zorgde het VAPH voor een administratieve vereenvoudiging. Sindsdien moet je de indirecte kosten niet meer verantwoorden.
Met die administratieve vereenvoudiging is er ook gekozen voor andere termen: we spreken niet meer over directe kosten en indirecte kosten, maar over cashkosten en het vrij besteedbaar deel.
Het vrij besteedbaar deel is dus bedoeld om extra kosten, gerelateerd aan je ondersteuning, te betalen. Het is een deel van je budget dat je kan opvragen en besteden zonder dat je dat moet verantwoorden.
Let op: Het vrij besteedbaar deel is een deel van je totale budget. Het komt er niet bovenop. Heb je je volledige budget nodig om zorg in te kopen? Dan kan je het vrij besteedbaar deel niet opvragen.
Kan ik het vrij besteedbaar deel opvragen als ik in een voorziening verblijf?
Als je budget het toelaat en je hebt dus niet je volledige PVB nodig om de ondersteuning in de voorziening te betalen, dan kan je het vrij besteedbaar deel opvragen.
Is het vrij besteedbaar deel hetzelfde als het vroegere gewaarborgd zakgeld?
Nee. Tot 2021 bestond er in de voorziening een systeem van bijdrage en gewaarborgd zakgeld. Het bijdragesysteem werd vervangen door een systeem van woon-en leefkosten. Het systeem gewaarborgd zakgeld bestaat niet meer. Het is dus niet hetzelfde als het vrij besteedbaar deel.
Hoeveel?
Bij PVB is het vrij besteedbaar deel een vast bedrag. Dat bedrag hangt af van de hoogte van je budget.
- Heb je een budget van maximum 34,810000 punten? Dan bedraagt je vrij besteedbaar deel 1.800 euro per jaar.
- Heb je een budget van minstens 34,810001 punten? Dan bedraagt je vrij besteedbaar deel 3.600 euro per jaar.
Bij PAB bedraagt het vrij besteedbaar deel 5% van het jaarbudget.
Hoe opvragen?
Het vrij besteedbaar deel vraag je gemakkelijk op via het online portaal MijnVAPH. Daar geef je in hoeveel je van je vrij besteedbaar deel wil opvragen. Het VAPH stort dat bedrag op je budgetrekening.
Werk je met het kostenstaatformulier? Noteer dan bij type kost ‘opvragen vrij besteedbaar deel’ en geef het bedrag in dat je wil opvragen.
Besteed je je PVB volledig in voucher? En vraag je voor het eerst het vrij besteedbaar deel op? Open een aparte bankrekening en bezorg het rekeningnummer aan het VAPH via het formulier ‘Opvragen vrij besteedbaar deel van het persoonsvolgend budget’. De volgende keer kan je het vrij besteedbaar deel opvragen via MijnVAPH of via het kostenstaatformulier.
Vragen?
Bel naar de advieslijn op het nummer 03 808 22 99 of stuur een mail naar advies@onafhankelijkleven.be.