Mensen met een handicap die in aanmerking komen voor een persoonsvolgend budget (PVB), worden in één van de drie verschillende prioriteitengroepen ingedeeld door de Vlaamse Toeleidingscommissie (VTC). Per prioriteitengroep is er een aparte wachtlijst omdat de overheid onvoldoende middelen vrijmaakt. Minister van Welzijn Crevits versoepelde de huidige richtlijnen voor het bepalen van de prioriteitengroepen.
Prioriteitengroep?
Heb je de aanvraagprocedure doorlopen en kom je in aanmerking voor een PVB? Dan kom je eerst op een wachtlijst terecht.
Je aanvraag komt in een prioriteitengroep terecht: 1,2 of 3. De drie prioriteitengroepen hebben drie verschillende wachtlijsten.
In prioriteitengroep 1 zitten de mensen die volgens de VTC het dringendst een budget nodig hebben. In prioriteitengroep 3 zitten de mensen die volgens de VTC langer kunnen wachten op een budget, maar daar ook recht op en nood aan hebben. Omdat aanvragen in prioriteitengroep 1 als dringender beschouwd worden, moet je daar minder lang wachten op je budget.
Hoe bepaalt het VAPH je prioriteitengroep?
Om je prioriteitengroep te bepalen, gaat het VAPH na welke impact het op jou en je netwerk (bijvoorbeeld je ouders, partner of kinderen) heeft als je lang moet wachten op een PVB. Ze kijken ook of er een groot verschil is tussen de ondersteuning die je nu al krijgt en de ondersteuning die je met het PVB wil inkopen. Dit blijft de basis, maar twee specifieke situaties zullen hierin voortaan als dringender beschouwd worden.
Welke situaties zijn dringender?
In bepaalde situaties worden aanvragen voor een persoonsvolgend budget vanaf 18 september 2023 als dringender beschouwd.
Situatie 1: oudere mantelzorgers (vanaf 70 jaar) met ernstige gezondheidsproblemen
Je mantelzorger (bijvoorbeeld je partner, je ouders, je kinderen) kan niet langer de zorg voor jou opnemen, omdat die zelf ernstige gezondheidsproblemen heeft.
Bijvoorbeeld: Een 78-jarige vader heeft ernstige rugproblemen en verzorgt dagelijks zijn 53-jarige dochter. Zijn rugproblemen verergeren omdat hij zijn dochter moet tillen. Hij kan zijn dochter niet meer in de tillift tillen. De dokter raadde hem ook aan om deze handeling te vermijden.
Situatie 2: de huidige ondersteuning is onvoldoende aangepast aan de behoeften
In sommige gevallen krijg je al ondersteuning, maar sluit die ondersteuning niet goed aan bij wat je nodig hebt.
Bijvoorbeeld: Je krijgt al ondersteuning in een woonzorgcentrum of psychiatrisch centrum. De nadruk ligt hier op verzorging, begeleiding of therapie. Er is minder aandacht voor ondersteuning die afgestemd is op je handicap. In een voorziening voor mensen met een handicap zou je meer ondersteuning op maat van je handicap krijgen.
Vanaf wanneer?
Vanaf 18 september houdt de Vlaamse Toeleidingscommissie (VTC) rekening met de aanpassing aan de richtlijnen voor prioritering bij alle nieuwe aanvragen.